9.6 gebaseerd op 247 reviews
Tijdelijk 5% korting op alle producten!
Goedkoopste Promopacks
Simpel herbestellen

De Werking van Contactlenzen : Hoe zit dat ?

Hoe contactlenzen precies werken om ons zicht te corrigeren gebeurt eigenlijk op het net dezelfde manier waarop brillenglazen dat doen: ze veranderen de richting van de lichtstralen om het licht op de juiste manier op het netvlies te laten focussen.

Als je lijdt aan bijziendheid, dan focust het licht zich te dicht bij je oog. De lichtstralen vormen een focus voor je netvlies in plaats van direct er op. Contactlenzen en brillenglazen corrigeren de bijziendheid door de lichtstralen te divergeren (af te buigen), wat als gevolg heeft dat de kracht van de ogen om zich te focussen gaat verminderen.

Dit beweegt de focus van het oog naar achter, op het netvlies zoals het ook zou moeten.
Lijdt je daarentegen aan verziendheid, dan heeft je oog niet voldoende kracht om zich te focussen. Hierbij falen de lichtstralen erin om een focuspunt te vormen wanneer ze de retina (het netvlies) bereiken. Hierbij wordt het punt waarop het oog zich focust naar voor gebracht, op het netvlies.

De kracht van contactlenzen en de lenzen van brillenglazen worden uitgedrukt in diopters (D). De kracht van lenzen die bijziendheid corrigeren begint met min teken (-), en de kracht van lenzen die verziendheid aanpakken start met een plus teken (+).

 

Contactlenzen zijn er veel dunner dan de lenzen van brillenglazen

Maar hoe komt het nu dat contactlenzen zoveel dunner kunnen zijn dan de lenzen van van de bril die je op je neus draagt ?

Dit wordt grotendeels verklaard door het feit dat lenzen direct op je oog rusten, in plaats van doorgaans een goede 12 mm van de oppervlakte van je oog zoals dat bij een bril het geval is.

Omwille van deze directe nabijheid op het oog, kan de optische zone van contactlenzen (het centrale deel van de lens dat de corrigerende eigenschappen bevat) veel smaller zijn dan de optische zone van de lens van een brillenglas.

Het is zelfs zo dat de optische zone van de lens van een brillenglas de volledige oppervlakte van de lens is. De optische zone van contactlenzen daarentegen is slechts een deeltje van de lens, dat omringd wordt door periferale passende curven die geen invloed hebben op het gezicht van het dragen van de lenzen.

Je kan het enigszins vergelijken met door een smal raam het huis naar buiten te kijken. Als je erg dicht bij het raam staat, heb je een breed, niet gehinderd uitzicht van wat zich buiten bevindt.

Maar als je aan de andere kant van de kamer gaat staan en dan door het smalle raam naar buiten kijkt, dan is je blik op de buitenwereld veel beperkter, tenzij je een veel breder raam hebt.

Er zijn video’s beschikbaar waarin troebel zicht en de oorzaken daarvan uiteengezet wordt en vooral ook hoe je deze aandoening kunt laten behandelen.

 

Rechtstreeks op het netvlies

Omdat contactlenzen rechtstreeks op het netvlies rusten, moet hun optische zone slechts ongeveer dezelfde diameter hebben als het deel van het oog in een toestand van weinig licht (zowat ongeveer 9 mm).

Als we de vergelijking doortrekken met brillenglazen dan moeten de lenzen van een bril meer dan 76 mm in diameter zijn om onvoldoende breed blikveld met helder zicht te garanderen. Deze bredere maat zorgt ervoor dat de lenzen van brillenglazen zoveel dikker zijn dan contactlenzen.

Een ander feit dat de dikte van brillenglazen verklaart is de redenering dat ze zoveel dikker dan contactlenzen moeten zijn om te vermijden dat ze breken wanneer de bril op de grond valt.

De lenzen voor bijziendheid bij brillenglazen moeten in het midden toch zeker een minimum dikte van 1 mm en liefst zelfs nog meer hebben om voldoende weerstand te hebben.

Een van de grote voordelen van contactlenzen is dus onomstotelijk dat ze zo veel dunner kunnen gemaakt worden. De meeste zachte contactlenzen voor bijziendheid hebben bijvoorbeeld een centrale dichtheid die minder dan 0,1 mm bedraagt, wat ruim voldoende is om voldoende stevigheid en een helder zicht te garanderen.

Om het kort samen te vatten: het is de combinatie van duidelijke verschillen in de positie van het dragen, de diameter van de optische zone en de benodigde minimale dikte van een structurele integriteit te verzekeren die maakt dat contactlenzen veel, zelfs heel veel dunner mogen zijn dan de lenzen van brillenglazen om toch tot hetzelfde effect te kunnen komen.